Kameel

De kameel is zo'n 4500 jaar geleden gedomesticeerd in het toenmalige Perzië (nu Iran) en Turkestan (een groot Centraal-Aziatisch gebied tot in het westen van China). Van daaruit is hij over een groter gebied verspreid, maar niet in de Arabische wereld. Daar houdt men namelijk geen kamelen (met twee bulten), maar dromedarissen (met één bult). Beide dieren behoren overigens tot hetzelfde geslacht Camelus.

De kameel en dromedaris hebben zich ontwikkeld tot een rij- en lastdier voor nomaden en andere reizigers in met name woestijngebieden. Beide soorten zijn daar namelijk uitstekend geschikt voor. Ze kunnen een zware vracht dragen (tot een kleine 300 kilo), kunnen weken lang overleven zonder drinken, hebben grote voeten om niet weg te zakken in het zand en gaan pas zweten als het warmer is dan veertig graden. In hun bult(en) zit geen water, maar vet. Opmerkelijke feiten zijn verder dat ze geen diepte kunnen zien, hun voedsel herkauwen en zeer sterk ruikende urine hebben. Dat komt omdat hun nieren alle vocht uit het voedsel halen. Handig voor in de woestijn, maar het levert wel heel geconcentreerd afval op.

Locatie: Erica-terrein